
Een woord van de voorzitter
Beste oud-studenten
Beste rectoren
Beste aanwezigen
Waarde vrienden allemaal
Ik sta vandaag voor jullie met een dubbel gevoel.
Aan de ene kant blijft Saint-Vé één van de hoogtepunten van het jaar. Het verheugt mij dan ook ieder jaar weer om op het officiële gedeelte zo vele getrouwe en nieuwe gezichten te zien die de mensen eren die lijf en leden hebben gegeven opdat wij vandaag echt vrij kunnen zijn. Met grote retoriek en de nodige kwinkslagen wordt ieder jaar hier in deze prachtige zaal van het stadhuis van ons geliefde Brussel, waar het ooit ook allemaal begon voor de ULB, de noodzakelijkheid van deze wake aan de immer brandende fakkel bepleit.
Terwijl dit schouwspel mij ieder jaar verwarmt, kijk ik tegelijk ook naar buiten en voel een koude rilling in me opwellen als ik denk aan wat komen zal op de Zavel. Niet omwille van het weer, alhoewel het dit jaar precies nog zal meevallen, maar omdat het protest en die maatschappijkritiek die onlosmakelijk verbonden zijn met het DNA van Saint-Vé, ieder jaar stiller en stiller klinken. De student van weleer die moord en brand schreeuwde om een te autoritaire en ondemocratische koers van de ULB, laat zich nu als een mak schaap in een kooi drijven om te worden opgevoerd als levend schouwspel voor de toeristen.
Nu over de kooi van vorig jaar. De persoon die deze vorig jaar heeft ontworpen had volgens mij inspiratie opgedaan bij de Olmense Zoo. Ik denk dat we echt van geluk mogen spreken dat minister Weyts Saint-Vé vorig jaar niet heeft bestempeld als dieronwaardig. Zelfs het basisrecht van water werd de arme student ontzegd door de elitaire en imposante bewakers aan de ingang. Studenten die hun eigen alcoholische drank bij hadden moesten dan maar alles ineens opdrinken met een vroegtijdig openbaar dronkenschap nog voor het feest goed en wel was begonnen.
De studenten van het BSG, ervaringsdeskundigen en belangeloze voorvechters van vandaag zaten gevangen tussen hamer en aanbeeld en liepen zichzelf te pletter tegen de barricades van een ondoorzichtige machtsstructuur. Het concept van de kooi, bedacht voor onze veiligheid, werd het gevaarlijkste element aan heel de Verhaegenherdenking zelf.
En zo zijn we bijna terug bij af. Murenbouwers, of hekkenbouwers zo u wil, prevaleren boven bruggenbouwers. En is dat net niet waar we hier allemaal tegen strijden?
En toch vinden we dit ook steeds vaker in onze dagdagelijkse realiteit. Het denken mag zich nooit onderwerpen en toch wordt een Saint-Vé thema drie weken voor het grote gebeuren plots veranderd uit vrees voor een mogelijke klacht. Het feit dat er voor een klacht wordt gevreesd, toont misschien net aan dat een dag als vandaag wel de uitgelezen kans was om dit thema tegen het licht te houden. Als een aantal dagen later plots een lied wordt gecensureerd op een festival waar studenten net worden aangemoedigd om met de nodige dosis humor en zelfspot hun kijk op de wereld te geven, zou men zich vragen kunnen beginnen stellen.
En dat is gelukkig net wat gebeurt. Op verschillende internetfora barstten de discussies los. Voor en tegenstanders traden met wisselend niveau van beschaafdheid met elkaar in dialoog, op zoek naar de scheidinglijn tussen vrije meningsuiting en maatschappelijke aanvaardbaarheid. En zo zoekt het gekooide dier toch terug uitweg uit de invallende duisternis.
Ik weet maar één ding zeker: zolang wij allemaal met elkaar in dialoog blijven treden, zal de fakkel nimmer doven. Scientia vincere tenebras.
Nicolas Dutré
Voorzitter Oudstudentenbond VUB