Moederdag is een feest. Maar moeder worden, dat gaat lang niet voor iedereen vanzelf. Sommige gezinnnen hebben hulp nodig van de wetenschap. Ook oud-student Daphne wendde zich 9 jaar geleden tot de pioniers van het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde van het UZ Brussel (VUB), een multidisciplinair team waarin wetenschap, ethiek en humanisme samenkomen. Daphne schreef een open brief, niet alleen om het team dat haar hielp – haar dromenmakers - te bedanken, maar ook om het taboe te doorbreken.

Beste Dromenmakers,

40 jaar en meer dan 40.000 kinderen later kan ik deze brief niet anders beginnen. Op de vooravond van Moederdag sta ik graag stil bij het VUB-team dat er elke dag mee voor zorgt dat vrouwen, voor wie een kind op de wereld zetten niet zo evident is, deze dag vol bloemen en zelfgemaakte knutselwerkjes kunnen vieren.

Ook ik ben één van die uitverkoren, maar ‘niet zo evidente’, vrouwen die op zondag 14 mei een zelfgeknutseld voorwerp voorgeschoteld krijg.

Na een weg vol verlies en endometrioseleed kreeg ik in 2014 te horen dat het moederschap waarschijnlijk niet voor mij zou zijn weggelegd. Tussen de gevoelens van wanhoop, verdriet en de vele vragen, was er dat ene sprankeltje hoop: een afspraak bij het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde (CRG) bij het UZ Brussel.

Het magische avontuur dat we bij het CRG mochten afleggen, begon in de wachtzaal, die volhangt met foto’s van kinderen die dankzij dit centrum het levenslicht zagen. In de overvolle ruimte zitten mensen uit alle windstreken, leeftijden en geaardheden, die elkaar volkomen begrijpen zonder woorden. Een blik zegt genoeg: “Ik weet hoe het voelt en ik weet wat jij wil, want ik ook.”

Als ik spreek over een magisch avontuur, bedoel ik geen roze wolken, eenhoorns en melige muziek op de achtergrond. It ain’t a picknick... Het is een periode van klinische onderzoeken, moeilijke ethische vraagstukken en een agenda beheerst door precies getimede bloedonderzoeken en zelfinjecties. Jezelf een speldenkussen voelen en je lichaam zien en voelen veranderen tot je het zelf niet meer herkent.

Maar bij elk van deze stappen stond jullie team klaar. Niet alleen voor de periodieke telefoontjes met medische informatie, maar evenzeer met een simpele ‘Hoe gaat het met jou?’, ‘Heb je ergens last van?’ en vooral ‘Als je vragen hebt, aarzel niet en bel.’

Mijn verlossend telefoontje kwam op zondagochtend 21 juni 2015, vaderdag. Een van de embryo’s zou worden ingebracht een uur later zou ik – op de tonen van ‘Sympathy for the Devil’ – ‘zwanger’ worden in een behandelingsruimte van het UZ Brussel. Ik had geluk gehad: één ICSI-poging – en alles wat daarmee gepaard gaat - was voldoende geweest. In februari 2016 werd mijn CRG-wonder geboren.

Sinds dat jaar is Moederdag voor mij geen dag meer van klein, verstopt verdriet, maar een groot feest. Elk jaar. En dat jaarlijkse feest draag ik graag op aan het voltallige team van het Centrum van Reproductieve Geneeskunde van het UZ Brussel. Mijn persoonlijke Dromenmakers.

De mensen van het CRG zijn sinds 1983 pioniers als het gaat over reproductieve geneeskunde, ze stonden aan de wieg van de revolutionaire ICSI-behandeling, waarbij een zaadcel rechtstreeks in het eitje wordt geïnjecteerd. Daardoor kunnen ook mannen met slechts enkele zaadcellen vader worden. VUB-professoren professor André Van Steirteghem (VUB, UZ Brussel) en Paul Devroey (VUB, UZ Brussel) waren de drijvende krachten achter deze techniek die in 1992 de eerste ‘ICSI-baby’ opleverde. De methode werkt veel beter dan IVF - waarbij men een eicel en vele zaadcellen samen in een kweekschaaltje legt en wacht men op spontane bevruchting door een van de zaadcellen – en krijgt nu wereldwijd de voorkeur. Daar mogen we trots op zijn.

Het CRG-team zorgt voor een allround begeleiding waardoor je je nooit alleen voelt. Dat alleen is al een prachtprestatie en de reden dat ik deze brief niet opdraag aan één gynaecoloog maar aan dit volledige team. Geheel volgens VUB-traditie staan ze niet alleen stil bij de vraag wat dit proces doet met de mensen die het ondergaan, maar ze begeleiden hen eveneens met veel zorg. Geen gouden, maar een platinum medaille voor deze équipe in de categorieën Wetenschap, Geneeskunde, Ethiek én - bovenal- Humanisme.

We zijn geen grote universiteit, wél een grootse. Het doet me denken aan het kinderverhaal van 'De jongen, de mol, de vos en het paard' wordt het als volgt omschreven:

“Ik ben zo klein,” zei de Mol.

“Ja,’ zei de jongen, ‘maar je maakt een groot verschil.”

Keep up the fine work! En een spetterende Moederdag gewenst.

Met feestelijke groeten,

Daphne

Mama van een CRG-wonder